Eindelijk! We leerden nog eens iets nieuws tijdens de wiskundeles. We gingen in groepjes met onze meegebrachte voorwerpen aan de slag. Met een touwtje probeerden we de omtrek te berekenen. Niet zo gemakkelijk, we kwamen soms vingers te kort om het touwtje tegen te houden. Nadien moesten we ook nog de diameter nauwkeurig meten. Dat ging al wat gemakkelijker, want latten zijn nog steeds recht. Nu we dit wisten, moesten we de verhouding van die twee getallen zoeken. Raar maar waar: we kwamen allemaal iets met 3,... uit. De afspraak is om hier steeds 3,14 voor te gebruiken. Dit getal noemen we Pi. De diameter van een cirkel kan dus steeds 3,14 keer in de omtrek van diezelfde cirkel. Cool hè?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten